zaterdag 19 september 2020

Tour De Stavoren

Hangende in het wiel van de renner voor mij, wist ik dat het niet verstandig meer was om nog kop over te nemen, want dan was je op voorhand de pineut. 'Pineut', een woord met een Franse klank, maar volgens de overleveringen is het verre van Frans en eerder afkomstig uit het Maleis. Het zal mij de zeemleren lap jeuken, ik vind het gewoon 100% Frans klinken. Maar goed terug naar de situatie in de etappe, want ik hing dus in het wiel en wachtende op het opdoemende plaatsnaambordje. Een zichtbaar punt met een onzichtbare streep over de breedte van de weg, welke betekende dat er weer een tussensprint te winnen viel. Het was onderling niet afgesproken, het was gewoon een weetje voor zij die vaker gingen koersen. Gewoon lekker een stuk hard fietsen en zodra er in de verte een blauw bord met witte letters opdoemde, wist je dat je klaar moest zijn voor de sprint. 

Het was op een zondagochtend, nu zo'n 30 jaar geleden of misschien iets meer, dat ik het e.e.a. aan proviand aan het pakken was, terwijl ik in mijn wielertenue van Tweewielerhandel Molenaar door de keuken in onze oude woning aan de Nieuweweg liep. Als lid van de IJsclub te Hoogkarspel zou ik mee gaan fietsen van eerdergenoemd dorp naar het Friese Stavoren. Al met al een rit van zo'n 130km en super spannend natuurlijk, want ik was nog maar een broekie van een jaartje of 12/13. Moet je nu al die Strava patsers zien met hun berichtgeving op social media, wanneer ze een stukje van 40km hebben gereden. Dat fietste ik toen al op een avondje met mijn buurjongen Dennis Laan en dat was beulen, want Dennis was snel en sterk. Ook had hij een bepaalde vorm van humor, dus won hij niet op kracht, dan kwam er vanuit een niets een maffe opmerking of lied, piste ik haast van het lachten in mijn wielerbroek en won hij met gemak de sprint. Maar goed, de bidon gevuld met Dextro of gewoon water, een versnapering in de achterzak van je wielertrui en knallen op de pedalen aka 'gas op die lolly'. Mooie tijden, mooie herinneringen. 

De rit naar Stavoren was trouwens een "open" rit, naar ik mij kan herinneren en je hoefde dus geen lid te zijn van de IJsclub. Gewoon gezellig toeren/koersen naar Stavoren en met de veerboot terug naar Enkhuizen. Volgens mij was Dennis ook van partij, net als Ko de Wit. Ko was de oom van mijn oude buurjongens en meisje en zo gek als een deur. Type Dennis, maar dan ouder. Het zou dus een zware rit worden m.b.t. de tussensprints, want de idiote grappen vlogen je om de oren. Om te zorgen dat ik toch enigszins goed voor de dag zou komen, was het dus een kwestie van goed voorbereiden en werd de fiets ook nog even zorgvuldig geinspecteerd. De banden van nog wat extra lucht voorzien, de remmen checken en het schakelsysteem gecheckt. Het was een mooie zondagochtend toen de goed gevulde bidon in de bidonhouder geplaatst werd en ik vol trots op mijn rood witte stalen ros de straat uit fietste op weg naar het startpunt bij de ijsbaan. Aldaar was het verzamelen, weer op de pedalen en op naar de voormalige Friese Hanzestad tevens natuurlijk bekend als een van de Friese Elf Steden. 

De route die zondag verliep in eerste instantie vanuit Hoogkarspel door De Streek (Lutjebroek - Grootebroek - Bovenkarspel) naar Enkhuizen, alwaar we gelijk doorzette naar de Dijk om richting Lelystad te fietsen. De eerste paar sprintjes hadden we dus al achter de rug en nu was het tijd om de sportbril op te zetten en minder te kletsen, tenzij je een zwak had voor vers aangevlogen vliegenvlees. Tot op de dag van vandaag wel een dingetje met fietsen langs en "over" water, maar goed dat hoort erbij en dus bikkelen en niet klagen. Ondanks dat het een gezellige fietstocht betrof, waarbij je allen gegroepeerd bleef, ontkwamen we niet aan een af en toe mooi geplaatste demarrage op de Dijk om kort daarop de "vluchters" weer terug te halen naar het peloton. Man, wat voelde ik me lekker die dag en wat een trots ging er door mij heen, want in gedachten was ik onderdeel van een ware Tour etappe, omringt door alleen maar top renners en ik kon nog goed meekomen ook. In ieder geval wel tot aan ons eerste rustpunt halverwege de oversteek genaamd 'Roadhouse Checkpoint Charlie'. Er werd gepraat, gelachen, waar nodig gerepareerd en het nodige proviand genuttigd. Toen dit alles achter de rug was en ook het sanitair bezocht was, vervolgden we onze weg richting Lelystad. We zijn daar snel voorbij gefietst, want tot op de dag van vandaag is het geen fraai punt om even af te remmen. 



Vanaf Lelystad hadden we nog ca. 80km te koersen tot aan Stavoren en we hebben absoluut nog wel een paar stops gemaakt, maar deze kan ik mij niet meer herinneren. Wel weet ik dat we voldaan arriveerden in de eerste Friese gemeenschap die stadsrechten verkreeg. Het was even wachten alvorens we konden inschepen op de veerboot terug naar Enkhuizen, maar daar maalde niemand om. We hadden allemaal een prima koers in de benen en zouden de komende tijd even lekker kunnen genieten van een mooi uitzicht over het IJsselmeer. Op de boot herkende ik een meisje uit ons dorp, welke op de veerboot werkzaam was als hostess. Als ik het mij goed herinner heette zijn Melissa en is de zus van mijn (Facebook)vriend Tom Colondam. Dat was natuurlijk helemaal leuk, want als jong knaapje kon ik toch maar even stoer melden dat ik zojuist een kilometer of 120 had afgelegd met al die andere stoere renners. Mooie naam trouwens 'Tom Colondam', wanneer ik deze nu hardop uitspreek. Toch zoiets als je roept 'Tom Dumoulin', maar dan net even anders. Tom, je had wielrenner moeten worden. 

De overtocht van Stavoren naar Enkhuizen duurde zo'n uur en twintig minuten. Ruim voldoende als in tijd om te rusten en dus was het vanuit Enkhuizen nog maar even fietsen alvorens we weer in Hoogkarspel aanbelanden. Moe maar voldaan arriveerde ik weer aan de Nieuweweg 89, heb mijn fiets binnen gezet en ben waarschijnlijk niet lang daarna in slaap gevallen. Misschien heb ik aansluitend wel gedroomd over nog meer etappes, overwinningen welke leidde tot het dragen van de groene trui (sprintersklassement) om uiteindelijk vol trots de betreffende Tour op mijn naam te schrijven. Niet veel later ging ik op een avond een rondje fietsen bij HRTC in Hoorn, want wie weet schuilde er wel een talent in mij. Weer niet veel later fietste ik, een droom armer, weer richting huis. De bedoeling bij HRTC was om een paar rondjes mee te fietsen op de baan, maar ik werd na een paar rondjes weer ingehaald door gastjes van minimaal 3-4 jaar jonger. Die lagen dus gewoon een ronde op voor en dat terwijl bij mij het zweet door de naad liep en ik echt niet langzaam ging. Nimmer heeft het geleid tot een trauma, want ondanks de prachtige rit naar Friesland in groepsverband, ben ik ergens altijd meer een einzelganger geweest. Niks mis mee hoor, gewoon op de fiets stappen, bidon gevuld en karren maar. Zo nu en dan even een tussenstop maken en het liefst met uitzicht over mooie landerijen of een prachtig zeezicht. Vaak hoor ik in gedachten dan de goede oude Jean Nelissen verslag uitbrengen over al die mooie historische plaatsen en gebouwen die ik passeer tijdens mijn eigen Tour de Hollande. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten